Jongens tot ongeveer 12 jaar dragen de z.g. gladde broek, voor de zondag gemaakt van zwart fluweel, voor daags van glad manchester. Het model is gelijk aan die van de pijenbroek, gedragen door mannen of de blauwe broek gedragen door vissers en venters. De grondvorm van de broek is heel oud, het is nog hetzelfde model als dat van de zeemansbroek uit de 17e eeuw.; De broek heeft een grote voorklep, die wordt vast gemaakt met grote zilveren knopen, de "klapstikken", die vaak een voorstelling hebben van een ruiter te paard. Ze ontlenen hun herkomst aan oude penningen en worden "paardrijders" genoemd. Ook worden er wel zilveren rijksdaalders gebruikt.; In de rouw zijn de koordjes aan de achterzijde zwart i.p.v. groen. Deze broek is afkomstig van Augustin Hanicotte (1870-1957), een Franse kunstschilder die tussen ongeveer 1895 en 1914 veel in Volendam heeft gewerkt. Hij trouwde met Trinette Spaander, een dochter van hoteleigenaar Leendert Spaander. Hanitcotte heeft de broek waarschijnlijk gekocht of laten maken, zodat hij ook in Frankrijk de mogelijkheid had modellen in Volendammer- of Markerdracht te schilderen. Veel buitenlandse kunstenaars deden dit en kochten kostuums, klompen en interieurstukken. De broek is door de dochter van de schilder geschonken aan het Zuiderzeemuseum.
Aanvullingen