Breed gouden oorijzer, twee eivormige bolle schelpen verbonden door 8-vormig haakje

Breed gouden oorijzer: twee eivormige bolle schelpen die boven de oren 7 mm inspringen met een hoekige bocht (niet vloeiend) en aan de achterkant over 8.8 cm met elkaar zijn verbonden. De dunne spleet aan de bovenkant loopt uit in een gaatje van 1.5 mm doorsnee. De twee helften zijn op 6.7 cm afstand van het gaatje met elkaar verbonden door een 8-vormig haakje. Aan weerszijden 2 gelijke 5 hoekige gouden knoppen, licht gebogen, met een lipje aan het oorijzer bevestigd. Hierop is in het midden een ajour roset met 10 spitse blaadjes waartussen langs de rand rondjes, in het midden een bolletje, geappliceerd. Rondom een parelrand. De knop bestaat uit 2 dunne lagen. De onderste is volledig vlak, de bovenste is gegranuleerd, hierop symmetrisch 3 evenwijdige lijnen die vanuit de middencirkel een hart vormen met de punt naar het gezicht gericht. In de punt van het hart is een achtbladig bloemetje geappliceerd, evenals in de tegenoverliggende punt van de knop. Langs de bovenste lijnen zijn aan weerszijden aan één kant 6 blaadjes toegevoegd. Over de achterkant loopt een extra reepje goud ter versteviging. Merk: meesterteken: VD 170 de bovenrand is onduidelijk. Links aan de buitenkant: VD 170 = J.v. Douwen Dokkum 1878-1890 of VD 170 = J.v. Douwen Dokkum 1890-1928