Jongens tot ongeveer 12 jaar dragen de z.g. gladde broek, voor de zondag gemaakt van zwart fluweel, voor daags van glad manchester. Het model is gelijk aan die van de pijenbroek, gedragen door mannen of de blauwe broek gedragen door vissers en venters. De grondvorm van de broek is heel oud, het is nog hetzelfde model als dat van de zeemansbroek uit de 17e eeuw. De broek heeft een grote voorklep, die wordt vast gemaakt met grote zilveren knopen, de "klapstikken", die vaak een voorstelling hebben van en ruiter te paard. Ze ontlenen hun herkomst aan oude penningen en worden "paardrijders" genoemd. Ook worden er wel zilveren rijksdaalders gebruikt. In de rouw zijn de koordjes aan de achterzijde zwart i.p.v. groen.
Aanvullingen