Stof heeft keperbinding; vaalgroene ondergrond bedrukt met floraal motief van witte, gele en roze bloemen aan groene stelen met blad. Jak is middenvoor geheel open en sluit bij de hals met haak en trensje; voorpand tot en met taille sluit met 5 haken en ogen. De twee voorpanden hebben onderaan de sluiting elk 3 plat gestikte plooien over 6 cm. Lijfje is gevoerd met ecrukleurig linnen. De hals is afgebiest met gebloemde stof.
Rugpand bestaat uit 3 panden waarvan het middelste pand in een punt naar de taille uitloopt. De naden van het middenachterpand zijn machinaal doorstikt met wit garen. De bouwen bestaan uit een pand; de kop van de mouw is geplooid aan het lijfje gezet. Manchetten van 4 cm met een mouwsplit van 7 cm. Mouw zit geplooid aan manchetten en sluit met haak en trensje. Gehele mouw gevoerd met ecrukleurig linnen.
Rok is met gepliseerde plooitjes aan het lijfje handmatig vastgezet, behalve plissé is de rok met stolplooien aan het lijfje gezet. Rok is voor geheel open en middenachter is een stofnaad. De stof is van zelfkant het zelfkant 85 cm breed. Rok is middenvoor niet afgewerkt. Er is een zoompje van 0,4 cm machinaal gestikt. Tussen rok en lijfje zit een sier zoompjes van 2 mm.
Aanvullingen