Deze Staphorster boerin draagt een kerkboek met zilverbeslag aan haar arm. Dat duidt erop dat de vrouw in haar kerkkleding is weergegeven. In haar hand draagt zij de met blauw lint opgemaakte strohoed. Dat zou erop kunnen duiden dat deze omstreeks het midden van de negentiende eeuw nog algemeen naar de kerk werd gedragen. Later was de hoed alleen nog in gebruik bij de bruid en de doopmoeder wanneer zij een kind liet dopen. Haasloop Werner heeft hier het oorijzer bovenop de muts weergegeven. Dat is merkwaardig en klopt niet met de wijze van dragen.
Aanvullingen