broche
De broche van aan elkaar gesmeed gouddraad verbeeldt de transformatie van de Griekse godin Asteria in een vogel, die zo aan Zeus' vervolgingen probeert te ontkomen. Het oog van de vogel bestaat uit een amandelvormige diamant. Asteria vormt een bijzonder ontwerp binnen de collectie sieraden die de fauvist en kubist Georges Braque (1882-1963) tijdens zijn laatste twee levensjaren maakte. Veel van zijn juwelen, die hij in nauwe samenwerking met baron en meestergoudsmid Henri-Michel Heger de Löwenfeld maakte, betroffen massieve broches of ringen. De opengewerkte struktuur van gouddraad geeft Asteria een unieke delicate en etherische uitstraling.
Zijn ontmoeting met Löwenfeld bood de bedachtzame maar ambitieuze Braque de mogelijkheid de veelal mythologische thema's die zijn schilderkunst bepaalden ook in tastbare objecten vorm te geven. Braque heeft ooit gezegd eigenlijk beeldhouwer te hebben willen worden en zijn innerlijke urgentie om met concrete materie bezig te zijn groeide met de jaren. Met name het vogelmotief, voor Braque een symbool van ruimte en tijd, wilde hij bevrijden uit de begrenzingen van het tweedimensionale doek. Veel van zijn ontwerpen refereren aan zijn schilderijen en kregen in sieraadvorm een bekoorlijke magie, die zich nooit simpelweg als oppervlakkige decoratie laat begrijpen. Löwenfeld stelde zich dienstbaar op aan Braque, maar toch mag zijn bijdrage aan de technische vormgeving niet onderschat worden. Hun gedeelde liefde voor stenen en Löwenfelds appreciatie voor de poëtische resonantie en het sterke besef van materie in het werk van Braque, zorgden voor even unieke ontwerpen als uitvoeringen, zowel in vorm als materiaalgebruik. Uitgaande van Braques afkeur van glanzend goud kwam Löwenfeld met een gelaagde goudsamenstelling, hetgeen een korrelig oppervlak opleverde dat ontsnapte aan elke gangbare standaard. Het procédé heeft sindsdien veel navolging gevonden. Braque was niet de eerste schilder of beeldhouwer die in het ontwerpen van sieraden een nieuwe uitdaging zag, maar zijn verzameling van meer dan honderd juwelen trok in 1963 een ongekend groot publiek naar het Louvre, waar de toenmalige Franse minister van cultuur André Malraux de collectie tentoonstelde. Het succes vormde in Braques laatste levensjaar een bekroning op zijn lange kunstenaarschap.
Aanvullingen