Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Workwear

Artikel

Image
‘Workwear’: een tijdloos fenomeen en inmiddels niet meer weg te denken uit het huidige straatbeeld; pakken met grote zakken, comfortabele jumpsuits. Kleding gericht op functie, gemaakt van onverwoestbaar materiaal om eeuwig te dragen en ter bescherming van je lichaam.

Maar workwear is niet alleen praktisch, het is ook een grote inspiratiebron voor talloze kunstenaars en (mode)ontwerpers, waarbij werkkleding wordt aangegrepen als ‘tool’ voor een dieper politiek ethos: door het verbinden van een utopisch ideaal of ideologische boodschap. 



De tentoonstelling ‘Workwear’ in het Nieuwe Instituut (26 maart – 10 september 2023) verkent de ideeën van verschillende ontwerpers. Workwear is meer dan alleen kleding. Het inspireert om na te denken over grotere thema’s als gelijkheid en solidariteit, maar veel meer nog over het vormen van verbinding en eenheid die het dragen van werkkleding of een uniform met zich meebrengt. De tentoonstelling is opgedeeld in verschillende secties die dit uitlichten.

Functionele eigenschappen

Zo toont het de functionele eigenschappen die een kledingstuk kan hebben om je tijdens werkzaamheden te beschermen of te ondersteunen, in zijn meest bijzondere vorm zowel historisch- als ontwerptechnisch. Bijvoorbeeld het Japanse Noragi brandweerpak uit 1920, vervaardigd in ‘Sashiko’: een eeuwenoude traditionele Japanse borduurstijl die vooral gebruikt werd door boeren- en vissersfamilies uit arbeidersklassen om sterke werkkleding van te maken omdat het water absorberend- en vasthoudend is. Of het zogenaamde anti-G pak dat werd vervaardigd rond 1960 voor de Poolse luchtmacht tijdens het Sovjettijdperk. Het beschermde piloten tegen het hebben van een black out tijdens snelle veranderingen in de lucht: de touwtjes vervlochten in het pak konden namelijk strakgetrokken worden om bloedtoevoer te reguleren. Of de zeldzame verkoelende top uit de jaren ’90: twee buisjes in het midden van de borst zorgen ervoor dat er koelvloeistof rond de romp en armen circuleert om het lichaam koel te houden. Het verwarmen van een lichaam is ons meer bekend en relatief eenvoudig. Koelen daarentegen vergt meer energieverbruik én technische kennis.



Image
Tentoonstelling Workwear in het Nieuwe Instituut, Rotterdam, 2023. Rechts het Poolse pilotenpak, schuin daarachter het Japanse brandweerpak. Foto Aad Hoogendoorn.

Workwear en politiek

Maar naast die functionele eigenschappen en geschiedenis, dragen de ontwerpen vaak ook een politieke boodschap met zich mee. Een mooi voorbeeld is de Archizoom Associati; een groep architecten en leden van de Italiaanse Radical Design beweging die in de jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw opstond tegen de consumptiecultuur. Kleding ontworpen als een vaste formule: drie vierkante lappen stof, samen met een naald, draad en een schaar werden samengesteld in een toolkit, met instructies voor het maken van unisex kleding in universele maat. Een tegenreactie op de seizoensgebonden, trendgevoelige en geslacht specifieke mode. Die behoefte aan ‘uniforme’ kleding: genderloos, maatloos, gelegenheidloos of seizoenloos, is van alle tijden. Rond 1920 bedacht Ernesto Thayat, een Italiaanse ontwerper en futurist, de zogenaamde ‘TuTa’. Een universeel jumpsuit die óók zelf thuis gemaakt kon worden uit één geometrische vorm. Het patroon hiervoor werd gedeeld in de Italiaanse krant La Nazione en kon van daaruit door iedereen overgenomen worden.

Image
Overall gedragen door Thayaht (Ernesto Michahelles). Foto P. Salvini, Florence, 1920. Museo del Tussuto, Prato. Collection archive of the Textile Museum.

Amsterdams modelabel Bonne Suits

Hedendaagse ontwerper Bonne Reijn, van het Amsterdamse modelabel Bonne Suits, heeft eenzelfde kijk op duurzaamheid en die sociale aspecten die bij mode horen om gelijkheid en saamhorigheid te creëren. Waar mode in de afgelopen jaren gefocust is op individualisme en seizoensgebonden fast fashion, richt Reijn zich er juist op dit tegen te gaan: “Emphasizing your identity by losing it”. Door het dragen van een universeel, uniseks pak, vervaag je de uitdrukking van individualiteit en gender en benadruk je een juist collectief karakter. Het stugge, dikke en solide katoen als hoogwaardig materiaal is duurzaam en kan in elk seizoen gedragen worden. De kern van de jas, het patroon, blijft grotendeels hetzelfde maar in de afgelopen jaren met steeds kleine variaties. Met het pak als blanco canvas gaat Bonne Suits uiteenlopende samenwerkingen aan met kunstenaars, ontwerpers, instituten en musea en geeft hiermee telkens weer ruimte en vrijheid iets nieuws te creëren op de bestaande kern.



Image
Bonne Suits jasjes gedragen door ontwerper Bonne Reijn. Foto Maarten van der Kamp.

Bonne Suits heeft zijn ‘uniform’ -gebaseerd op de blauwe boeren overall- weer proberen onderdeel te maken van het straatbeeld en het uitdragen van de utilitaire kwaliteiten ervan. De tweede stap was dan ook om het pak terug te brengen naar de werkvloer. In samenwerking met het Nieuwe Instituut ontwierp hij, ter viering van de Workwear tentoonstelling, een speciale uitvoering van de jas voor de medewerkers van de afdeling Collectie. De grote, functionele zakken zijn praktisch tijdens werkzaamheden in geklimatiseerde depots (denk aan: gemiddeld 16-18 graden) om verschillende depot benodigdheden in te bewaren. Bij het inventariseren van archieven, of bij het doen van kleine conserveringshandelingen, beschermt het je eigen kleding. Daarnaast hebben de jassen een representatieve functie tijdens de vele rondleidingen en presentaties die de afdeling geeft aan scholen, architecten, ontwerpers, onderzoekers en andere geïnteresseerden van het instituut. Het minimalistische ontwerp en rechte ‘fit’ van de jas maakt het dat iedere werknemer zich er snel comfortabel in voelt, een belangrijk aspect bij het kiezen van een ontwerp voor een afdeling van ruim 40 collega’s. 



De blauwe boeren overall waar Reijn zijn Bonne Suits pak op baseerde, droeg hij zelf als kind in Dedemsvaart, waar hij iedere zomer doorbracht bij zijn oudtante en bekend landschapsarchitect Mien Ruys. Ruys verbleef hier in de zomers en experimenteerde in Dedemsvaart met verschillende bloemen en planten. Struinend door deze zogenaamde ‘proeftuinen’, kon je Bonne als kind vinden in zijn blauwe boeren pak, gepaard met blauwe Staphorster klompjes. Een aquarel van deze klompjes uit het persoonlijke archief van zijn moeder is uiteindelijk de basis geworden voor het logo van Bonne Suits. Om dieper te duiken in het persoonlijke archief van Bonne, maar ook in die van zijn oudtante Mien Ruys, nodigde het Nieuwe Instituut Bonne uit om ter gelegenheid van de tentoonstelling Workwear in gesprek te gaan over die vormende tijd bij zijn oudtante en de invloed die zij op hem heeft gehad als ontwerper. In het depot waar de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw bewaard ligt, zijn enkele tekeningen van zijn oudtante te vinden, samen met werk van verschillende architecten met wie Ruys veel en nauw samenwerkte. Iets waar ze bekend om stond: het begrijpen van de denkwijze van architecten en hierop kunnen aansluiten binnen haar landschaps- en tuinontwerp. Of, zoals ze zelf zei: “Wonderbaarlijk dat architecten anders zien en denken, maar je moet het wel samen doen.” 



Image
Tentoonstelling Workwear in het Nieuwe Instituut, Rotterdam, 2023. In het midden het Bonne Suits jasje. Foto Aad Hoogendoorn.

Mien Ruys speelde een belangrijke rol in het verweven van architectuur van gebouwen, met dat van tuin- en landschap. Tuinontwerp was voor Mien Ruys een integraal onderdeel van architectuur en stedenbouw en zij tilde daarmee de moderne landschapsarchitectuur naar een hoger niveau. Naast haar inzet om tuinarchitectuur gelijkwaardiger te maken aan de architectuur van gebouwen en stedenbouw, speelde Ruys ook een onmisbare rol in het standaardiseren van tuinen en het hiermee toegankelijker maken voor meer mensen. Zo creëerde ze een aantal vaste ontwerpen voor verschillende soorten grond en formaat tuin. Het maken van die zogenaamde ‘standaard- of confectieboorders’ toont de sociale kant van ontwerp die niet alleen functioneel of esthetisch is, maar ook een vorm van gelijkheid stimuleert. Iets wat we ook terugzien in de ontwerpen en de gedachtegang van Bonne Suits, en velen andere ontwerpers te zien in de tentoonstelling ‘Workwear’.  


Zie/luister ook

 


Auteur

avatar

Emily Wijns

Collection manager, Nieuwe Instituut Rotterdam


Delen


Aanvullingen