Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Verkleedpartij voor de vrouwenzaak

Artikel

Image
Op 28 februari 1931 vond er een spektakel plaats in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Een historische modeshow van heldinnen, georganiseerd door de feministes en Amsterdamse dames. Het was het adembenemende slotstuk van een campagne om in tijden van economische malaise fondsen te werven voor de internationale vrouwenbeweging.

In het najaar van 1930 kwam feministe Rosa Manus samen met Johanna Goudstikker-Bray, vrouw van de beroemde kunsthandelaar, en Johanna Naber, vrouwenhistorica avant la lettre, op een glorieus idee: inkomsten genereren voor de internationale vrouwenzaak met een fancy fair (ze noemden het liever ‘voorjaarsmarkt’) in het gebouw van Arti et Amicitiae, en daarna een historische modeshow met heldinnen in het Stedelijk Museum – een ‘Spieghel Historiael’. Met een gepeperde entreeprijs, prijsuitreikingen en een souper-dansant toe. Het idee van de Spieghel Historael was van Goudstikker-Bray; historische vrouwen zouden zo voor het voetlicht worden gebracht, terwijl de Amsterdamse dames stiekem zelf konden schitteren op het podium. Naber was al sinds 1890 bezig met het vormen van een canon van historische heldinnen, dus de keuze van 39 vrouwen voor de show was snel gemaakt.

Theatrale voorstellingen

Tijdens de voorbereidingen van het evenement dijde de administratie steeds meer uit: de brandweer, de catering, kostuumdraagsters die protesteerden dat ze voor het souper moesten betalen – de organisatoren vroegen zich af of de dames soms vergeten waren dat zij hun schoonheid voor de propaganda en ‘ter stijving van de kas’ moesten inzetten! De giften stroomden gelukkig ook binnen. De afdelingen van de Vereniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap uit Groningen, Deventer, Nijmegen en Den Bosch leverden bijzondere producten en afgevaardigden voor de voorjaarsmarkt. Tijdens de markt droegen meisjes schorten met het logo van de wereldbond, en de slogan: ‘Laat vrouwen recht spreken!’ De historische modeshow borduurde voort op populaire tradities als het tableau vivant, historische optochten en het wassenbeeldenmuseum, waar verbeelding en aankleding het verhaal droegen. Ook theatrale voorstellingen waren de vroege feministes niet vreemd. Zo werd er in 1908 tijdens het internationale congres van de Wereldbond in Amsterdam al een toneelstuk over kiesrecht opgevoerd. Er zijn foto’s bewaard van vrouwenorganisaties die verkleed gingen in Volendamse klederdracht of het schilderij De Staalmeesters verbeeldden – met snor en al.

Image
Links A.H. Hondius-Crone, die de rol van Louise de Coligny speelde. Rechts Jonkvrouw S. Teding van Berkhout die Maria van Bourgondië speelde. IAV-Atria

Eigengereide vrouwen

Kunsthistoricus Willem Vogelsang had de taak portretten van de gekozen heldinnen en passende achtergrondbeelden aan te leveren. Hij schoot maar niet op met het beeldmateriaal waardoor ‘de dames van den Spieghel’ niet wisten welke kostuums, kapsels en hoofdbedekkingen zij zich nou eigenlijk moesten aanmeten. Er was ook gesteggel om de rolverdeling: zo zag freule Dedel op het laatste moment af van de vertolking van Kenau – met haar gewelddadige persoonlijkheid een omstreden heldin. Gelukkig kon de Haarlemse mejuffrouw Serphos invallen, zij het tegen een vergoeding: ze beloofde haar best te willen doen om Kenau Simons dr. Hasselaar ‘gecultiveerd’ ten tonele te brengen. Serphos was weer familie van de Gerzons uit Haarlem, die ook de confectiepoppen leverden waarop sommige historische kostuums na de voorstelling tentoongesteld werden, en per opbod verkocht. De jury, die de kostuums beoordeelde op historische nauwkeurigheid en esthetiek, bestond uit gezaghebbenden uit de Amsterdamse kunstwereld – voornamelijk mannen, dat dan weer wel.

Image
Image
Een zwart kante hoofddeksel afgezet met goudkleurige ovale stenen. Het bovenlijf is van een zwarte robe met kanten kraag en wijt uitlopende mouwen en siersteen op de borst. Beide zijn onderdeel van het Louise de Coligny kostuum - gedragen door A.H. Hondius-Crone. Dit item wordt onderhouden door Atria, Institute on Gender Equality and Women's History

Op donderdag 28 februari 1931 om acht uur was het zover. Het defilé, dat een chronologische volgorde kende, opende met Mirjam, de zus van Mozes, slaand op een tamboerijn. Daarna kwam Penelope uit de Odyssee achter haar weefgetouw, die plaatsmaakte voor de Romeinse Cornelia, moeder van de Gracchen. Middeleeuwse heldinnen volgden, onder wie in ‘kostelijk gewaad’ Jacoba van Beieren: ‘omdat zij in moeilijken tijden Hollands kroon heeft gedragen’ zo lichtten de verzen haar plek in de Spieghel toe. Zij werd vertolkt door actrice Emma Morel, die ook als theaterdeskundige het organiserend comité had bijgestaan. Na Jacoba verscheen de goud geharnaste Jeanne d’Arc, een veelgebruikt symbool voor de kiesrechtfeministes (het publiek begon daarop luid te klappen). Daarna kwam de Haarlemse Kenau, rood belicht tegen de achtergrond van de St. Bavokerk.

Wereldvrede

Nadat het publiek was opgestaan om het Wilhelmus te zingen bij het optreden van Louise de Coligny (de vierde echtgenote van Willem van Oranje) en Maria Tesselschade lieflijk had gezongen, werd Anna Maria van Schurman – de eerste vrouwelijke studente – op het podium gelauwerd, ‘om haar welverdiende roem onder ons te doen herleven’. Daarna stond Maria van Reigersberch met haar dienstmeid bij de geopende boekenkist, waarin Hugo de Groot schitterde door afwezigheid. Betje Wolff en Aagje Deken werden voorgesteld in een theekoepeltje tegen het Beemster landschap. De Nederlandse theaterheldin Johanna Ziesenis-Wattier, gespeeld door de actrice Rika Hopper, maakte grote indruk op het publiek, evenals ontdekkingsreizigster Alexine Tinne, in amazonezit op haar paard. De Javaanse vrouwenrechtstrijdster Raden Adjeng Kartini kon ‘na haar warm pleidooi voor de ontwikkeling der inlandsche vrouw’ op een staande ovatie rekenen. Zij werd gevolgd door actrice Sarah Bernhardt, ‘wier voorouders kwamen uit Amsterdam’, in haar sensuele rol van La Dame aux Camélias, gespeeld door de eerder genoemde Johanna Goudstikker-Bray.
Tegen het einde kwamen steeds meer feministen van het eerste uur op, waar Kartini ook toe behoorde. Eerst de Nederlandse Anna van Hogendorp en later ook Susan B. Anthony uit de Verenigde Staten. Tot slot betrad als veertigste heldin de presidente van de Internationale Wereldbond Margery Corbett Ashby het podium als zichzelf en sprak vurig over de idealen van gelijkheid en wereldvrede. Na een daverend applaus werden die avond nog eindeloos dankwoorden uitgesproken en prijzen uitgereikt, waarna tot diep in de nacht gesoupeerd werd met de historische vrouwen in de stijlkamers van het Stedelijk Museum.

Image
Groepsportret van gekostumeerde vrouwen in het Toneelstuk Spieghel Historiael. IAV-Atria

Archief

De fenomenale avond in het Stedelijk Museum was the talk of the town, werd breed uitgemeten in de kranten en zette historische vrouwen op de kaart. Ook de internationale vrouwenpers deed lovend verslag van het enorme bedrag van 750 pond dat ‘our Dutch members’ ondanks de economische crisis hadden vergaard: ‘Holland sets an example.’ Manus en Naber gingen door met het vastleggen van vrouwengeschiedenis: vier jaar later richtten zij samen met Willemijn Posthumus-van der Goot, Nederlands eerste vrouwelijke econoom, het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging op. Hier werd het erfgoed van de vrouwenbeweging gedocumenteerd en bewaard voor toekomstige generaties. En ondanks tegenslagen is het IAV (nu Atria) daarmee doorgegaan.

De blog is een ingekorte versie van een artikel geschreven door Susanne Neugebauer en Tessel Dekker - het volledige artikel is te vinden in het 2023 maart nummer van Ons Amsterdam.

Header: Actrices van het toneelstuk Spieghel Historiael drinken thee. Van links naar rechts: Louise de Coligny, Miriam (zus van Mozes), Anna Maria van Schuurman, Betje Wolff, Harriet Beecher Stowe, Maria van Bourgondië en Élisabeth Vigée-Le Brun. IAV-Atria

Aanvullingen