Van modeaccessoire tot dodelijk steekwapen
Artikel

Het elegante mannentoilet
Vanaf de zeventiende eeuw werd de wandelstok een vast onderdeel van het elegante mannentoilet. Ze werden gemaakt van hout, bamboe of rotan en hadden een metalen, benen, ivoren of gouden knop of handgreep. Naast het degen en zwaard als militaire accessoires werd de wandelstok als luxe accessoire gedragen. Aan het eind van de zeventiende eeuw werd de wandelstok modieus versierd met een strik.

Accessoire tot zelfverdediging
Op het platteland waren rustieke wandelstokken gebruikelijk. Ze dienden niet alleen ter ondersteuning, maar ook om zich een weg door het struikgewas te banen en om agressieve honden of ongewenste individuen af te weren.
Er bestaan ook wandelstokken in twee delen, waarbij een steekwapen bevestigd is aan het handvat. Door het handvat uit de stok te trekken, ontbloot zich een soort degen als steekwapen, dat zeer geschikt is voor zelfverdediging. In een boek uit 1870 over zelfverdediging voor mannen (en vrouwen!) wordt het gebruik van een wandelstok besproken. Hierin wordt de accessoire beschreven als beste metgezel voor een heer en zeer geschikt geacht om zich mee te verweren tegen messen, zwaard-wandelstokken en zelfs pistolen.

Type wandelstokken
In het Vlaams (–België) wordt een wandelstok ook wel 'gaanstok' genoemd. Het Engelse woord voor een lange dunne stok, zoals een wandelstok, is 'cane'. Als een wandelstok gemaakt is van rotan wordt hij 'rotting' genoemd.
In de tweede helft van de achttiende eeuw werd de 'badine' populair: een dun en buigzaam wandelstokje of rijzweepje. Hij was gemaakt van riet, rotan of bamboe - de 'badine' werd ook wel 'badientje' genoemd.

Gedraaide houten wandelstokken werden tijdens het 'Directoire' (1795-1799) geïntroduceerd door rijke en modieuze Franse jongemannen die 'Incroyables' (ongelooflijken) werden genoemd. Ze wilden los komen van de politiek geladen uniformiteit die de eerdere aristocratische mode van het 'Ancien Régime' en de slodderige eenvoud van de 'sans-culottes' voorschreef.

De jongemannen besteden veel tijd aan elegante kleding en een net geschoren voorkomen. Zij werden, na de lente van 1793, ook wel 'Muscadins' genoemd, een naam die zij hebben overgehouden aan de grote hoeveelheden musk parfum dat ze opdeden. Dankzij het werk van karikaturisten is in 1796 de term 'Incroyables' in zwang gekomen.

De 'Incroyables' veroorzaakten, samen met hun vrouwelijke tegenhangers de 'Merveilleuses', een heus schandaal in Parijs. Om aan te geven dat ze zich niet wilden onderwerpen, gaven ze hun wandelstokken de bijnaam 'pouvoir exécutif' (uitvoerende macht). De gedraaide wandelstokken werden onder andere gemaakt van wijnstokken, die van nature een grillige vorm hebben. Voor de haak of knop werd ivoor of buffelhoorn gebruikt, dit maakte zo’n stok tot een kostbare aanschaf.
Status in de 19de en 20ste eeuw
In de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw was de wandelstok een statussymbool voor heren uit de betere stand. Zowel oudere als jongere heren liepen daarmee op straat, niet omdat ze de stok nodig hadden maar diende puur als versiering.

Veelal hadden dure exemplaren met een zilveren of ivoren knop. Zo’n luxe wandelstok was een teken van voornaamheid en autoriteit. Er zijn talloze bijzondere exemplaren bewaard gebleven. Ze werden gemaakt van kostbare materialen, zoals hoorn, schildpad, ivoor en zilver, en versierd met motieven ontleend aan de jacht.

Bijzonder geliefd waren handvatten in de vorm van dierenkoppen. Ook waren er wandelstokken met afdraaibare knoppen, waarin lucifers of snuif kon worden bewaard. Sommige wandelstokken hadden onder het handvat een geheim flesje met (alcoholische) drank in het geval dat men dorst kreeg tijdens de wandeling. Dergelijke bijzondere en functionele wandelstokken zijn inmiddels gewilde en kostbare verzamelobjecten geworden.

Hoewel de wandelstok (zonder kruk) oorspronkelijk zijn eigenaar tot steun en tot wapen diende, wordt hij sinds de jaren 1920 alleen nog maar gebruikt als modeaccessoire.
Bronnen
- Bernard Roetzel , De gentleman, Handboek van de klassieke herenmode , 2014, p. 260.
- J.H. der Kinderen-Besier, Spelevaart der mode, 1950, p. 183 en p. 224.
- Madelief Hohé, De ideale Man, Gemeentemuseum Den Haag, 2008, p. 147.
- Marian Conrads, Handboek Kostuumaccessoires, 1990, p. 79, p. 111 en p. 168.
Aanvullingen