Van maatwerk tot confectie: 100 jaar mode bij L.M. Spier
Artikel
Modehuizen zijn vaak bekend onder de naam van de oprichter. Denk aan grote namen als Christian Dior en Coco Chanel, maar ook zaken als C&A (Clemens & August Brenninkmeijer) en Hunkemöller. Die laatste twee behoren tot een grote groep winkels in confectiekleding en manufacturen die in het midden van de negentiende eeuw in Nederland werden opgericht door veelal uit Zuid-Duitsland afkomstige (im)migranten.[1]
Deze twee winkels hebben zich staande weten te houden in de veranderende tijden, maar veel vergelijkbare winkels hebben de tand des tijds niet overleefd. Hier is de geschiedenis te lezen van één van deze winkels: de firma Weduwe L.M. Spier.
Een familiezaak in Zutphen
De familie Spier was een Joodse familie afkomstig uit Westfalen. Levi Mozes Spier, geboren rond 1785, en zijn vrouw Roosje Noach Mendels, geboren in 1793, stichtten hun gezin in Zutphen waar zij tussen 1816 en 1837 dertien kinderen kregen. Levi was slager van beroep en bij zijn overlijden in 1845 nam Roosje de slagerij over.[2] Daarnaast opende ze een winkel in manufacturen, waarvoor de eerste advertentie is in de Zutphensche Courant stamt van 24 februari 1855. Blijkbaar hield de weduwe L.M. Spier opruiming.[3]
Het gezin Spier hielp de weduwe bij het uitbaten van beide winkels. In oktober 1858 deed Roosje de slagerij over aan haar zoon Jacob en in april 1861 namen de zoons Jozeph en Izak de winkel in manufacturen over.[4] Izak overleed helaas al in 1872, op 31-jarige leeftijd, maar de winkel was in goede handen bij Jozeph.[5] Zijn twee zoons, Levi en Isedore, namen de winkel in 1895 over. Jozeph bleef wel aan als vennoot voor Isedore, die op dat moment nog minderjarig was.[6] Frederik, Isedore’s jongste zoon, was het laatste familielid dat toetrad als vennoot, in 1938.[7]
Huis van winkel en familie
De eerste winkel was gevestigd aan de Beukestraat 176 in Zutphen. Roosje en Jozeph woonden in die tijd boven de winkel.[8] In 1865 verhuisde de winkel naar een groter pand in dezelfde straat. Het nieuwe pand was ruimer opgezet en voorzien van grote etalages die ook ’s avonds goed verlicht waren.[9] Dankzij deze verhuizing kon de firma het assortiment uitbreiden. Het is waarschijnlijk dat in deze periode een groter naaiatelier aan de winkel werd toegevoegd, zodat naast confectiekleding ook maatwerk geleverd kon worden.
Dit pand zou in de jaren daarna een aantal keer grondig verbouwd en uitgebreid worden. In 1913 werd zelfs de woonruimte boven de winkel, waar tot die tijd altijd een lid van de familie had gewoond, opgeofferd voor de uitbreiding van de kantoren en ateliers.[10]
De koopwaar
De weduwe L.M. Spier was begonnen als een winkel in manufacturen. Dit betekende dat er losse stof verkocht werd, alsook kledingstukken die niet maatgebonden zijn, zoals omslagdoeken en reisdekens. Kleinere modieuze objecten als handschoenen, parasols, moffen en zelfs chatelaines vielen ook in deze categorie.
Na een aantal jaar werd confectiekleding aan het assortiment toegevoegd. In eerste instantie waren dit simpele kledingstukken als onderkleding en herenmode. Omdat aan vrouwenkleding strakkere maateisen werden gesteld, werd dit significant later in confectie verkocht. Ook hierbij werd begonnen met makkelijkere kledingstukken als rokken en blouses.
Dankzij het eigen naaiatelier kon de firma Spier naast confectiegoederen ook maatwerk leveren naar modieuze modellen die veelal in Parijs werden ingekocht. Daarnaast werd op het atelier kleding gemaakt die zich op de grens tussen confectie en maatwerk bevonden. Klanten konden bij het bestellen van kledingstukken enkele basismaten opgeven, zodat het model beter op hun figuur aansloot dan de standaardmaat, maar minder aanpassingen behoefde dan echt maatwerk.
Op het atelier
In het atelier van de firma werkten verschillende soorten naaisters. Van wollen- en linnennaaisters, taille- en rokkenwerksters, tot confectiewerksters, costume naaisters en coupeuses en zelfs apprêteuses voor het bewerken van stoffen. De firma bood zelfs plaatsen aan beginnende naaisters die in het atelier verder werden opgeleid.[11]
Dit creëerde grote loyaliteit onder de werknemers. Fräulein L. Zeuner, eerste coupeuse, vierde in 1926 haar 25-jarig jubileum.[12] In 1941 vierden de dames P. Veltkamp, Jo Feith en C. Peppelenbosch eveneens 25 jaar bij de firma en mevrouw G. Iliohan was in dat jaar zelfs 40 jaar in dienst.[13]
Koninklijke erkenning
Op 18 augustus 1898 kreeg de firma erkenning voor de kwaliteit die ze leverde: voortaan mocht ze het wapen van de koningin-weduwe Emma voeren.[14] Op 10 september 1901 werd dit heuglijke feit gevolgd door het besluit van koningin Wilhelmina dat de firma ook haar wapen mocht voeren.[15] Voortaan waren beide wapens te zien in de advertenties, én in de labels in de kleding.
De nieuwste snufjes
Natuurlijk moest de firma goed met de tijd meegaan om het predicaat hofleverancier te verdienen en te behouden. In 1893 werd geadverteerd voor “Étoffe Serpentine”, stof gebaseerd op de kostuums van de bekende danseres Loïe Fuller. Rond die tijd werd ook geadverteerd voor speciale hygiënische onderkleding en speciaal linnen van het merk Kneipp. Al in 1884 had de winkel kort speciale rekbare gezondheids-korsetten verkocht.
In 1911 werd de jupe-culotte, de harembroek of broekrok, ontworpen door Paul Poiret, in de winkels gepresenteerd. En in september 1912 was er nog iets nieuws te zien voor de dames uit Zutphen: de nieuwste toiletten werden voor het eerst, net zoals in de Parijse modehuizen, getoond door een professionele mannequin.
Modeshows
In oktober 1925 werd er, in navolging van de eenzame mannequin die in 1912 door de winkel had gelopen, een echte modeshow georganiseerd. Zeven mannequins toonden een groot aantal outfits, allen gekopieerd naar de modellen die gepresenteerd waren op de shows van de grote Franse modehuizen.[16] De show was een groot succes, en werd in maart 1926 gevolgd door een even succesvolle show.[17] Het verslag van de modeshow van maart 1930 was zelfs het eerste bericht op de voorpagina van de Zutphensche Courant.[18] In 1935 kreeg het publiek onder andere modellen te zien van Patou, Mollineux, Chiaparelli, Vionnet, Mainbocher, Lucien Lelong en Duvergne.[19]
Na de oorlog
De Tweede Wereldoorlog zette de wereld van de Joodse familie Spier op zijn kop. Ondanks de deporaties van de familie bleef de winkel open. De jongste vennoot van de firma, Frederik, overleed op 20 maart 1945 in concentratiekamp Bergen Belsen, 38 jaar oud.[20] Zijn vader, de inmiddels 72-jarige Isedore, overleefde zijn gevangenschap in concentratiekamp Theresienstadt, maar koos bij zijn terugkeer naar Nederland om niet in de zaak verder te gaan.
Het waren twee werkneemsters, Truus Bense en Anny Klaassen, die daarop de zaak overnamen. Onder de nieuwe naam “Trusanny” werd de zaak op 3 juni 1946 heropend.[21] De grote belangstelling van het publiek voor deze gebeurtenis getuigt van de waardering die de klanten voelden voor de winkel.[22] De nieuwe eigenaressen hadden dan ook geprobeerd om de traditie van het oude modehuis zo goed mogelijk voort te zetten.[23]
Hierbij hoorde onder andere het houden van een grote modeshow, waar ditmaal ook modellen werden getoond die op het atelier van Trusanny waren ontworpen.[24] De dames werden ook geprezen om de goede vertrouwensband die zij onderhielden met hun klanten.[25]In deze vorm heeft de winkel nog minstens tot 1961 bestaan.
Helaas is het niet duidelijk wat er precies van de winkel geworden is. Na een laatste advertentie in april 1961 werd het stil, waardoor men over het precieze einde van Trusanny en de nalatenschap van de familie en firma Spier slechts kan speculeren.
Credits beeld
- Foto van de familie Spier rond 1910 © Joods Monument https://www.joodsmonument.nl/nl/page/594965/-, geraadpleegd 2 augustus 2022.
- Foto Winkelpui van de Firma Wed. L.M. Spier. Datum onbekend. © Joods Monument https://www.joodsmonument.nl/nl/page/219875/frederik-spier, geraadpleegd 2 augustus 2022.
- Advertenties bekwame taillewerksters en Opening Trusanny via via Delpher.nl
Noten
[1] Ietse Meij, Mode voor iedereen: Confectie 1880-1980, (Den Haag: Gemeentemuseum, 1981), 6.
[2] Zutphensche Courant, 16 oktober 1858.
[3] Zutphensche Courant, 24 februari 1855.
[4] Zutphensche Courant, 16 oktober 1858; Zutphensche Courant, 13 april 1861.
[5] Algemeen Handelsblad, 13 juli 1872; Zutphensche Courant, 27 september 1926; Zutphensche Courant, 28 september 1926; Zutphensche Courant, 2 oktober 1926.
[6] Zutphensche Courant, 8 januari 1895.
[7] Zutphensche Courant, 20 april 1938.
[8] Adresboek van Zutphen. Naar officieele bronnen bewerkt. 36e Jaargang, 1898-1899 (Zutphen: W.J. Thieme & Cie. 1898-1899), 88.
[9] Zutphensche Courant, 2 september 1865.
[10] Zutphensche Courant, 26 september 1913.
[11] De Gelderlander, 22 januari 1915; De Gelderlander, 11 februari 1915; De Gelderlander, 12 augustus 1916.
[12] Zutphensche Courant, 5 mei 1926.
[13] Zutphensche Courant, 24 september 1941.
[14] Zutphensche Courant, 18 augustus 1898.
[15] Zutphensche Courant, 10 september 1901.
[16] “De mode-revue”, Zutphensche Courant, 8 oktober 1925.
[17] “Een mode-show”, Zutphensche Courant, 10 maart 1926.
[18] “Mode-revue”, Zutphensche Courant, 21 maart 1930.
[19] “Modeshow”, Zutphensche Courant, 21 september 1935.
[20] https://www.joodsmonument.nl/nl/page/219875/frederik-spier (geraadpleegd 11 mei 2023).
[21] “Modehuis met traditie”, Zutphens Dagblad, 7 november 1959.
[22] “Opening modemagazijn ,,Trusanny””, Zutphensch Dagblad voor Graafschap en Veluwezoom, 3 juni 1946.
[23] “Modehuis met traditie”, Zutphens Dagblad, 7 november 1959.
[24] “Modeshow Trusanny”, Zutphensch Dagblad voor Achterhoek en Veluwezoom, 23 juli 1947.
[25] “Modehuis met traditie”, Zutphens Dagblad, 7 november 1959.
Aanvullingen
Wat leuk om hier te lezen over de familie die ook de (ooit) beroemde, zeer begaafde tekenaar Jo Spier (1900-1978) voortbracht. Joseph Spier was zijn grootvader. Volgens Henk van Gelders biografie van Jo was de oude Joseph een prominente Zutphenaar, die in 1878 de eerste steen legde van de synagoge in de Diezerstraat.