Sportieve wandeljaponnen
Artikel

Bewegen is van alle tijden, maar pas in de 19de eeuw werd er in Europa meer aparte kleding gedragen om sportieve activiteiten te ondernemen. Rond 1860 was het populair voor dames uit de rijke klasse om te wandelen. De japonnen uit die tijd waren echter niet heel handig. Een zogenaamde wandeljapon bood uitkomst; bewegingsruimte maar wel passend in het gangbare modesilhouet.
Blauwe crinolinejapon als wandelkostuum
Een vroeg voorbeeld van een wandelkostuum is deze blauwe wollen crinolinejapon. In de periode 1850-1870 werd onder de kleding een crinoline gedragen. Een soort (stalen) hoepelrok die de vorm van de kleding een wijde klokvorm gaf. Blauw was een modieuze kleur in deze periode en de wollen stof werd destijds als sportief gezien.
De tweedelige japon bestaat uit een rok en lijfje van effen blauwe wollen ripsstof. Het lijfje loopt uit in punten, met aangeknipte schoot, bezet met strookjes en garnering van smalle witte biezen. De rok is gerend aan de voorzijde en heeft stolpplooien aan de achterzijde, passend in de crinolinemode. Aan de onderzijde is een verstevigde stootband aangebracht.

Het bijzondere van de japon zit aan de binnenkant van de rok: een ophaalsysteem waarmee de rok geschikt werd om te wandelen. Op de foto heeft de japon een sleep. Voor het wandelen kon de japon opgetrokken worden zodat de voeten vrijkwamen.
Grijze crinolinejapon als wandeljapon
In de collectie van het Amsterdam Museum is ook een ander en iets later voorbeeld te vinden van een sportief kostuum. Deze grijzige crinolinejapon bestaat uit een rok, lijfje en draperie (gedeelte over de rok). Het is een modieuze japon met een sportieve uitstraling dat is af te leiden door het materiaal en de kleur.

De rok is waarschijnlijk van oorsprong een crinolinejapon die is vermaakt om te passen in de tournure mode. De vorm van de draperie en de rok bepalen de datering. De vorm van de japon gaat al richting een zogeheten queue, in plaats van crinoline. De rok heeft een biesrand met een zoom aan de buitenkant. Dit kwam pas na 1870 in de mode.
Driedelige wandeljapon
Ook deze driedelige wollen japon met tournure is een wandeljapon en te zien als onderdeel van de opkomst van meer ‘informele kleding’, zoals strandkleding en de opkomende vrijetijdskleding. De tournure werd gedragen in verschillende vormen en varianten tussen ongeveer 1870-1890. Vanaf de taille werd de rok naar achteren gedrapeerd, om uit te waaieren in stroken, franjes en ruches. Vaak werd er over de rok een losse draperie gedragen om het drukke effect te versterken.

De japon bestaat uit een lijfje, rok en draperie. De rok heeft geen sleep, wat praktischer is bij het wandelen. De meeste mode-japonnen hebben wel een sleep in deze periode. Bijzonder is dat er ook een matchend jasje bij is. Het jasje is kort, wijdvallend en middenachter een split. Dit past bij deze periode, een jas of cape kon over de rok worden uitgespreid zodat het gewenste silhouet niet verloren ging.
Vanaf 1878 raakt de tournure weer uit de mode, om rond 1882 weer terug te komen. Het silhouet wordt dan echter veel strakker en rechter, zonder al teveel draperiëen.
Aanvullingen