Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

‘n Draadje meer of minder - dat maakt het verschil

Artikel

Image
Boordjesschorten en stukjesschorten; Staphorsters die bekend zijn met de klederdracht weten precies waarover dit gaat. Jacco Hooikammer weet er ook alles van en legt met passie uit wat het is en hoe het aangepast kan worden naar smaak of naar de voorgeschreven mores.

In de Nederlandse streekdrachten spelen kleuren een belangrijke rol. De kleurkeuze is mede afhankelijk van persoonlijke omstandigheden, zoals het wel of niet in de rouw zijn. De vrouwen uit Staphorst beschikken voor hun dracht over een breed scala aan stoffen. Desondanks zijn de kleuren van deze stoffen niet altijd direct geschikt. Ze moeten de stof dan aanpassen aan hun smaak of aan de voorgeschreven mores.

Klein detail, groot verschil

Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de stoffen voor de schortstukjes. Een schortstukje is het bovenste gedessineerde gedeelte van een schort. Dat stukje is van een afwijkende stof gemaakt. In de Staphorster dracht bestaan verschillende soorten doordeweekse schorten. Ze zijn te verdelen in twee hoofdtypen, namelijk boordjesschorten en stukjesschorten (afb. 2).

Bij een boordjesschort is het effen schortgedeelte aan de bovenzijde fijn geplooid en aan een gedessineerde boord (tailleband) gezet. Bij een stukjesschort zet men bovenaan het schortgedeelte een gedessineerde strook die fijn geplooid wordt en die vervolgens aan een boord van dezelfde gedessineerde stof wordt gezet. De gedessineerde stof voor zowel het boordje op de boordjesschort als voor het schortstukje heet in het Staphorster dialect stukkiesgoed (stukjesgoed).

Image
Afb. 2 Links een boordjesschort, rechts een stukjesschort.

In de rouw

De kleurstelling bepaalt voor welke rouwfase dit stukjesgoed gebruikt kan worden. Bij het maken van een nieuwe schort kan de draagster het stukjesgoed desgewenst aanpassen door bijvoorbeeld enkele draden uit de stof te trekken. Zo kan ze een geruite stof die door het teveel aan wit slechts te gebruiken is voor de lichte rouw, geschikt maken voor een zwaardere rouw (afb. 3).

Image
Afb. 3 In het midden de oorspronkelijke stof, links en rechts dezelfde stof waaruit een deel van de witte draden is verwijderd.

Wanneer de stof te donker is voor een bepaalde rouwvariant kan er extra wit aan toegevoegd worden, bijvoorbeeld door op de stof te borduren of door deze te (laten) voorzien van stipwerk (afb. 4). Ook kan ze het schortstukje op verschillende manieren uit de stof knippen zodat het lichte of juist het donkere gedeelte overheerst (afb. 5).

Image
Afb. 4 Geruite katoenen stof. Bovenaan toegepast aan een schort voor de zware rouw. Onderaan dezelfde stof, maar voorzien van wit stipwerk. Hierdoor is de stof geschikt voor een lichtere rouwvariant.
Image
Afb. 5 Geruite katoenen stof. Voor de bovenste schort (lichte rouw) zijn de lichtere delen van de stof gebruikt, voor de onderste (zware rouw) de donkerder gedeelten.

Staphorsters gebruiken voor hun dracht niet alleen de stoffen die te koop zijn in de plaatselijke stoffenwinkels. De zwart-blauw-wit-rood geruite stof van afbeelding 6 was in de winter van 2005-2006 onder meer te koop op de markt in Enschede. In deze kleurencombinatie is de stof niet geschikt voor gebruik in de Staphorster streekdracht. Voor uit de rouw is de uitstraling te somber en vanwege de rode strepen is ze niet geschikt voor de rouwdracht. Wanneer de rode draden in lengte- en breedterichting worden uitgetrokken is de stof echter wel geschikt. Ze wordt gebruikt voor schortstukjes, zowel voor de lichte rouw als voor de zware rouw.

Image
Afb. 6 Twee stofstalen uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum (ST0053)

Met andere woorden, de nog steeds gedragen Staphorster streekdracht is niet zo statisch als sommigen misschien denken. Bruikbare modestoffen worden met een kleine ingreep geschikt gemaakt voor gebruik binnen het ‘repertoire’ van de streekdracht.


Auteur

Jacco Hooikammer

Conservator Nederlandse streekdrachten & documentalist Nederlands Openluchtmuseum


Delen


Aanvullingen