The Making of: ‘Uit de Mode’

Artikel

19 juli 2017

Het Centraal Museum presenteert voor het eerst op zo’n grote schaal een bijzondere selectie uit de eigen modecollectie in de tentoonstelling Uit de Mode. Modeconservator Ninke Bloemberg koos ruim honderd hoogtepunten uit de collectie en zette ze in de spotlights.

Zowel de historische als de moderne modeobjecten gaan op een spannende en hedendaagse manier met elkaar in dialoog. Om een synergie te creëren tussen vormgeving en inhoud, kozen we voor een samenwerking met het modeduo Tessa de Boer en Joris Suk van Maison the Faux, die de vormgeving van Uit de Mode verzorgden.

Vierluik

Door in Uit de Mode de kledingstukken niet in een chronologisch verhaal te presenteren, maar in een thematisch vierluik, nodigen we bezoekers uit om los van tijdsperiodes naar de ontwerpen te kijken. De actualiteit en historie trekken samen op in de vier thema’s: de maker, de drager, de restaurator en de visionair. De objecten zijn verbonden aan deze vier invalshoeken, waarbij je telkens een nieuw verhaal ontdekt over modesilhouetten, muzes en makers.

Fotoverslag the making of Uit de Mode

Na een maandenlange voorbereiding in het depot, archieven en achter computers heeft het team op zaal uiteindelijk twee weken de tijd om de tentoonstelling op te bouwen. In dit foto-blog kun je een kijkje nemen in de keuken van dit intensieve, maar vooral leuke proces.

De zalen zijn al geverfd, dus de mannequins mogen vanuit het depot de zaal op. Als eerste worden deze mannequins aan een modeobject of collectievoorwerp gekoppeld met een foto.

De mannequins worden stuk voor stuk aangekleed. Voor het ideale beeld en silhouet hebben een aantal mannequins onderkleding nodig. In de bovenstaande afbeelding zien we hoe de mannequin wordt voorbereid voor een jurk van Jan Taminiau.

Op volgorde van de zalen worden de mannequins achter elkaar geplaatst. De moderne stukken zijn bijna allemaal gereed. Werken van onder andere Iris van Herpen, Martin Margiela en Bas Kosters staan hier te wachten om naar hun locatie gebracht te worden. 

Vervolgens worden de historische stukken vanuit het depot op zaal gebracht. In de afgelopen maanden hebben Rosalie Sloof, Kathleen Mahieu en Floor van der Plas een groot gedeelte van de historische modeobjecten op de mannequin voorbereid. Hier zien wij een van de meest recente aanwinsten, een japon uit circa 1910-1915. 

Ondertussen worden de zalen zelf aangekleed. Links zien wij bijvoorbeeld gordijnen en kroonluchters die onderdeel zijn van het decor in zaal 2 waar ‘de drager’ centraal staat. In zaal 3 kan men gedurende de tentoonstelling een restaurator live een object zien restaureren. Dit zal plaatsvinden in het huisje dat hier rechts in elkaar wordt gezet.

Vervolgens worden de modeobjecten op hun plaats gebracht. In de bovenste afbeelding zien we zaal 1, waar de bezoeker in een fictief depot/modehuis gebracht wordt. De dialoog tussen historische en hedendaagse mode is hier al zichtbaar: we verbinden een schapenboutmouw uit circa 1834 met een ontwerp van Mattijs van Bergen uit zijn herfst/winter collectie van 2009-2010.

De modeobjecten worden nog op detail gecheckt. In de linker afbeelding zien we een ensemble van Viktor&Rolf uit 1993. Rechts een historisch herenpak uit 1813 en hedendaagse variant uit 2012 van ontwerper Hyun Yeu. 

Bepaalde objecten zijn zo kwetsbaar dat ze niet meer op een mannequin tentoongesteld kunnen worden. In de tentoonstelling zijn vier ‘kisten’ geplaatst waarin vier liggende objecten te bewonderen zijn. In de bovenstaande afbeelding zien we hoe een glasplaat geplaatst wordt op een dergelijke kist.