In gesprek met: Ferry van der Nat
Artikel


Het Nederlandse mode erfgoed als inspiratiebron
Het selecteren en stylen van stukken van Nederlandse couturiers uit 1960 tot 2016 is Ferry op het lijf geschreven. Naast zijn jarenlange ervaring in de mode als stylist en fotograaf, heeft hij ook een uitgebreide modeverzameling aangelegd van belangrijke Nederlandse modeontwerpers. Ferry’s verzameling bestaat, onder andere, uit stukken van Fong Leng, Dick Holthaus, Frans Molenaar en Edgar Vos: stuk voor stuk ontwerpers die invloed op het Nederlandse modelandschap hebben gehad.
Door een ode aan deze ontwerpers te brengen, wil FashionWeek Amsterdam met de openingsavond laten zien dat onze modecultuur net zo belangrijk is als die van Parijs of New York. De huidige generatie ontwerpers krijgt de waarde van het Nederlandse mode erfgoed tijdens de studie zelden mee, waardoor zij zich te veel op het buitenland richten. Dat moet anders en daarom opent FashionWeek Amsterdam met het verleden om op de laatste dag een lofdicht aan de toekomst te brengen.

Een bijzondere samenstelling
Voor de samenstelling van de show en tentoonstelling is zowel uit de archieven van ontwerpers en particulieren, als uit de collecties van verschillende Nederlandse musea geput. Dit is bijzonder, want de kledingstukken en accessoires uit deze archieven worden goed beschermd om ze in optimale conditie te behouden. De ontwerpen die afkomstig uit museale collecties zijn kunnen vanwege hun kwetsbaarheid niet meer worden gedragen. Het is om deze reden dat een tentoonstelling aan het programma is toegevoegd, zodat de avond toch een zo compleet mogelijk overzicht van de Nederlandse mode geeft.
De verdeling van de ontwerpers voor één of beide shows en de tentoonstelling is in overleg gemaakt. Gaandeweg is het wensenlijstje bijgesteld, wanneer sommige ontwerpers een specifieke voorkeur hadden voor een van de shows, of bepaalde stukken onvindbaar bleken. Qua styling heeft Ferry echter volledig de vrije hand gehad. Per ontwerper zullen drie tot vijf stukken te zien zijn, om een beeld van het oeuvre te geven. Ferry wil het gevoel dat hij bij de verschillende ontwerpers krijgt benadrukken, zodat ze binnen de show hun eigen universum krijgen. Er zal minder gestyled worden dan in de eerste show, omdat het thema ‘Couture & Craft’ juist de nadruk op het vakmanschap legt.

De grens van de catwalk
Het gekozen thema ‘ode aan de Nederlandse mode’ overlapt niet alleen qua onderwerp en titel met de tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Door een tentoonstelling aan het FashionWeek programma toe te voegen, worden de grenzen van de (traditionele) presentatiewijze van mode tijdens zo’n week opgerekt. Iets dat FashionWeek Amsterdam vorig jaar al deed door samen met het Stedelijk Museum Amsterdam een ochtend aan Henri Matisse’s invloed op de mode te besteden, waarbij Liselore Frowijn haar eerste collectie, gebaseerd op de cut-outs van Matisse, presenteerde.
Andersom zoeken musea ook al een aantal jaren de grens op, met spectaculaire tentoonstellingen van actuele ontwerpers en modehuizen als Alexander McQueen in The Metropolitan Museum of Art in New York (2011) en het Victoria & Albert Museum in Londen (2015) of de reizende Jean Paul Gaultier tentoonstelling die in de Kunsthal in Rotterdam (2013) te zien was. FashionWeek Amsterdam stelt dit jaar de vraag of de catwalk nog wel het middel is om mode op te presenteren. Een vraag waarop de openingsavond al een voorzichtig antwoord geeft.
Aanvullingen
Graag ook Frans Hoogendoorn opnemen in de lijst van buitengewone couturiers!