Empire of Restauratie? Een japon uit een overgangsperiode
Artikel
In een begeleidende brief aan het museum schrijft Naeff dat de japon volgens de familieoverlevering als trouwjapon is gedragen door haar overgrootmoeder Anne Cornelie van Wageningen (1800-1857), maar door de eenvoudige bijbehorende zijden schoentjes twijfelt Naeff hieraan. Het lag volgens haar meer voor de hand dat de japon gedragen is als baljurk.2 De conservator dhr. Six is erg verheugd met de schenking en bedankt Naeff vier dagen later uitgebreid per brief:
De japon van fijne witte zijde met karakteristiek patroon uit het eerste kwart van de vorige eeuw dateert zo op het eerste oog gezien van omstreeks 1810. Zij beteekent inderdaad een alleraardigste aanwinst voor onze kleedingafdeeling en al kunnen wij haar ten gevolge van gebrek aan expositieruimte niet aanstonds tentoonstellen, toch aanvaard ik haar zeer dankbaar voor onze verzameling.3


Empire
Zoals Six in zijn brief opmerkt heeft de japon (ca.1820-1824) op het eerste oog overeenkomsten met japonnen uit de Empire periode (1796-1814). In dit tijdperk is er een grote belangstelling voor de antieke wereld, wat zich in de mode vertaalt naar een silhouet met een sterk verhoogde taille, een lage halslijn en het gebruik van transparante soepel vallende stoffen zoals mousseline of batist.4 In de lichtgekleurde japonnen was is de vorm van het lichaam duidelijk zichtbaar. De 'empire' japonnen hebben vaak een sleepje en worden gedragen met gekleurde sjaals van wol of zijde.5 Modieuze accessoires tijdens de Empire periode zijn lange handschoenen, reticules en luifelhoeden. In het opgestoken kapsel, à la greque, worden kunstbloemen en veren gedragen.6 Dames dragen eenvoudige platte schoenen met of zonder linten, vaak gemaakt van zijde of satijn.7



Restauratie
Behalve Empire kenmerken heeft de japon ook onmiskenbaar kenmerken van de 'Restauratie' (1815-1830); een overgangsperiode in de mode.8 Op modeprenten is deze overgang goed te zien. Tijdens de Restauratie blijft de invloed van Empire duidelijk zichtbaar maar zijn er zijn ook veranderingen. Vanaf de jaren 1820 zakt de taille iets maar belandt nog niet op haar natuurlijke positie.9 Hierdoor wordt het korset opnieuw een onmisbaar onderdeel van de onderkleding van de vrouw. Japonnen worden hoger gesloten en door het gebruik van stoffen als zijde, linnen en wol steviger en minder transparant.10 Lijfjes en mouwen van japonnen zijn vaak gedecoreerd met stroken of banden van gerimpelde mousseline en rouleaux.11 Als accessoires dragen dames hoog gesloten kanten kragen en lange ceinturen van allerlei soorten lint.12 De rokken worden geleidelijk wijder en kegelvormig met rijkversierde rokranden. Deze decoraties helpen om het gewenste wijdere silhouet te verkrijgen.13 Tijdens deze periode blijven platte schoenen en sjaals modieuze accessoires. De haardracht voor dames is een opgestoken chignon met pijpenkrullen langs de oren. Op het hoofd worden grote hoeden of mutsen met bloemen, kant, linten of veren gedragen.14



De ivoorkleurige zijden japon heeft – geheel volgens de mode van de jaren 1820 – een smalle, iets verhoogde taille, een lage schouder- en neklijn en een kegelvormige rok. Zowel het lijfje als de rokrand zijn rijk versierd met satijn, tule en rouleaux. Deze japon is een mooi voorbeeld van een overgangsperiode in de mode waarbij zowel kenmerken van de Empire (verhoogde taille, lage schouder -en neklijn), als de Restauratie (kegelvormige rok en een rijk versierde rokrand) zichtbaar zijn.
Noten
- Het interieur van het museum wordt tussen 1999-2001 terug gebracht naar de situatie van 1922 toen Simon van Gijn het huis bewoonde. Museum mr. Simon van Gijn wordt Huis Van Gijn.
- GAD 129, archief van de Vereniging 'Oud-Dordrecht', inv. nr. 135.
- Ibid.
- Marion Conrads, Gerda Klinkhamer, Elseviers kostuumgids: westerse kledingstijlen van de vroege middeleeuwen tot heden (Amsterdam/ Brussel: Elsevier, 1981), 86-89.
- M.A. Ghering- van Ierlant, Vrouwenmode in prent: modeprenten 1780-1930 (Utrecht: Gheringbooks, 2007),42-43.
- Conrads, Elseviers kostuumgids, 87; reticule: klein gedecoreerd tasjes met hengsel gemaakt van textiel en/of leer; à la greque: opgestoken kapsel geïnspireerd op de klassieke oudheid.
- Kyoto Fukushoku Bunka Kenkyū Zaidan.Fashion History From the 18th to the 20th Century (Keulen: Taschen, 2019), 176.
- Conrads, Elseviers kostuumgids, 91.
- Madelief Hohé, Ileen Montijn, Mr. Darcy meets Eline Vere:Romantische mode (Zwolle:Waanders 2014), 27.
- Ghering, Vrouwenmode in prent, 66.
- Hohé, Romantische mode, 26-29.
- Ghering, Vrouwenmode in prent, 67.
- Conrads, Elzeviers kostuumgids; Fashion History from the 18th to the 20th century (Keulen: Taschen, 2019), 163; rouleaux: rollen van satijn die opgevuld met katoen of watten.
- Conrads, Elseviers kostuumgids, 91.
Aanvullingen