Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Boekbespreking: Opgespeld!

Artikel

opgespeld
De collectie sieraden van Dirk Schrijvers is opvallend draagbaar, zeker als je bedenkt dat hij ze niet draagt. Opgespeld! als titel is dan ook een beetje gek, want opspelden is nou net wat deze verzamelaar níet met zijn sieraden doet. Vergeleken met andere verzamelingen eigentijdse sieraden is de collectie Schrijvers weinig experimenteel. Toch is Opgespeld! een aardige instap voor mensen die wat anders willen zien dan het traditionele juwelierssieraad. De catalogus biedt naast een blik op vooral Belgische sieraden een inkijk in de rijkgeschakeerde Antwerpse sieradenscene van ruwweg de afgelopen kwart eeuw. Opgespeld, Hedendaagse Juwelen uit Antwerpen is een tweetalige publicatie (Nederlands en Engels) die de gelijknamige tentoonstelling met Vlaamse sieraadontwerpers uit de collectie van Dirk Schrijvers in DIVA vergezelt. In dit artikel wordt het boek besproken.

Op het eerste gezicht
 

Het boek heeft een slappe matte kaft en voelt zacht aan, haast als flanel. Op de voorzijde staat tegen een witte achtergrond een detail van een broche van Elisa Lee afgebeeld. Het sieraad bestaat uit twee cirkels: een van zilver, de grootste, en daarboven en -buiten een blauwe van glas. Aan de binnenzijde van de omslag een citaat van de Antwerpse verzamelaar Dirk SchrijversJuwelen zijn voor mij kleine kunstwerken, die eventueel een functie hebben.

De inhoudsopgave is speels en overzichtelijk vormgegeven. De tekstpagina's hebben telkens twee kolommen. De linker bevat de Nederlandse tekst in zwart en rechts daarvan in hetzelfde lettertype de Engelse tekst in grijs.

opgespeld
Spread uit Opgespeld! door Catherine Regout met portret Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Nieuwe directeur nieuwe koers


Het voorwoord is geschreven door DIVA's nieuwe directeur Siska Genbrugge. Zij vertelt dat DIVA met deze publicatie en de bijbehorende tentoonstelling een nieuwe weg is ingeslagen. Het museum wil niet alleen een bron van inspiratie zijn, maar ook een ontmoetingsplaats én promotor van lokaal creatief talent. De museumcollectie zal dan ook worden ingezet als inspiratiebron voor toekomstig talent. Dat klinkt veelbelovend! Betekent dat dat het museum nauwer gaat samenwerken met scholen, opleidingen en kunstenaars? In ieder geval hebben zowel de catalogus als de tentoonstelling tot doel een overzicht te schetsen van de belangrijkste sieraadontwerpers van Antwerpen van de afgelopen 25 jaar.

Alexander Calder als voorbeeld


Het boek is geschreven door DIVA conservator Catherine Regout. Kort wordt in het eerste hoofdstuk de ontwikkeling van sieraden door kunstenaars in België vanaf de jaren veertig van de twintigste eeuw in kaart gebracht. Belgische beeldende kunstenaars passeren de revue. Zij legden zich vanaf de jaren veertig naar analogie van de Amerikaan Alexander Calder toe op de vervaardiging van sieraden. Onder hen Pierre Caille, Emile Souply en Paul van Hoeydonck. Na 1960 volgen kunstenaars als Pol Bury, Jacques Moeschal en Félix Roulin. Zij maken sieraden als miniaturen van hun monumentaal beeldend werk en laten de uitvoering ervan over aan edelsmeden.

Schets van België


In de jaren zeventig wordt in België, net als in het Verenigd Koninkrijk en Nederland, volop geëxperimenteerd met de toepassing van tot dan toe ongebruikelijke materialen voor sieraden zoals rubber, kunststof, textiel, aluminium en roestvrij staal. Verderop wordt de rol van internet aangestipt alsook de nieuwe mogelijkheden van digitaal ontwerp. Deze ontwikkelingen zijn niet specifiek voor België en worden dan ook beknopt behandeld. Ook komen kort gespecialiseerde galeries aan bod. De informatie hierover is niet overal even actueel. Galerie Pont & Plas in Gent bijvoorbeeld wordt al zeker vijf jaar niet meer gerund door Nicole Thienpont, maar door Aline Vandeplas.

Concessie aan de consument


Omdat de consument in België in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland en het Verenigd Koninkrijk gericht blijft op gangbare sieraden van edele materialen van juweliers is en blijft de Belgische markt voor eigentijdse sieraden beperkt. Dit noopt kunstenaars ertoe concessies te doen op artistiek vlak omwille van de verkoopbaarheid van hun werk.

opgespeld
Dries Van Noten, halsieraad van messing, 2021. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Opleidingen in België


Regout belicht de rol van verschillende Belgische opleidingen, te beginnen met de École des Métiers d'Art in Maredsous. Deze sluit in 1964 en pas vier jaar later opende in Antwerpen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) een nieuwe afdeling Juweelontwerp. Enkele jaren later volgde een tweede academie in Antwerpen met een opleiding Juweelontwerp: Sint Lucas. Het is uitzonderlijk dat er in een stad twee academische opleidingen voor sieraadontwerpers zijn. In 1994 startte in Hasselt aan PXL-MAD School of Arts ook een afdeling Juweelontwerp en Edelsmeedkunst.

Antwerpse academies


Het tweede hoofdstuk is aan de twee Antwerpse academies gewijd. Een viertal docenten wordt geïntroduceerd; allemaal hebben ze internationaal geëxposeerd. Waar precies en wanneer blijft in het midden. Los van elkaar vertellen de docenten dat er geen dominante stijl regeert op hun academie: de talenten en thema's van de individuele studenten prevaleren.

Technieken en terugkerende thema's


Nieuw in de opleiding van Sint Lucas is volgens docent Hilde De Decker het fenomeen technieken te onderwijzen binnen de kaders van projecten en niet als vak op zich. Op Sint Lucas wordt gewerkt met "archetypen" zoals de tennisarmband, de parelketting en sieraden met een lovers eye. Ook vormen onderlinge referenties, referenties naar andere sieraden, een factor van belang in het werk van studenten. Een gemeenschappelijke stijl is moeilijk te ontwaren. Wel zijn er thema's die steeds terugkeren, zoals het veranderende klimaat, mijnbouw, materiaalschaarste, hergebruik en dierenwelzijn. Deze thema's worden aangeboden, maar niet opgedrongen. Regout citeert in het kader van het lesprogramma een van de docenten: "Je moet weten waar je zelf mee bezig bent en waar de maatschappij mee bezig is". Goed punt.

Materiaalgebruik


Materiaalgebruik is een thema dat ondanks alle individualistische tendensen telkens opnieuw opduikt aan de academies. De problematische herkomst van veel materialen krijgt -terecht- steeds meer aandacht, net als in de museale wereld. Ook keert de belangstelling voor het meditatieve maakwerk van sieraden terug in de Antwerpse opleidingen. Dit in contrast met de snelheid en vluchtigheid van social media waarmee vele studenten zijn opgegroeid. Nieuwe computergestuurde technieken worden aangeboden op beide opleidingen, naast ambachtelijke.

opgespeld
Nico Taeymans, broche van tin en messing, 2000-2006. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Social media: een eng uitgangspunt


Volgens de vier docenten met wie Regout gesprekken voerde zijn social media niet meer weg te denken. Social media is here to stay. Instagram wordt gebruikt voor onderzoek en om werk te verkopen. Het is te hopen dat studenten ook andere suggesties om onderzoek te doen krijgen aangereikt. Instagram is beperkt en niet zonder risico. Merkwaardig dat daaraan geen woorden vuil worden gemaakt anders dan dat je niet zo maar iets moet posten, want het is immers je visitekaartje. Werd eerder niet opgemerkt dat je als student moet weten waar de maatschappij mee bezig is?

Socials zijn apathisch


Verder is een (bewerkt) online plaatje iets heel anders dan een directe zintuiglijke waarneming van een sieraad. Socials hebben geen reukzin en zijn apathisch als het gaat om sensaties als tast, pasvorm, gewicht en geur. Is het niet veel belangrijker op opleidingen alternatieven voor onderzoek aan te reiken zoals musea, bibliotheken en archieven?

opgespeld
Peter Vermandere, BJOux III, Square Horns, broche van zilver, kristal en granaat, 2008. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Academisering van de kunstopleidingen


Volgens De Decker vond er in 1995 met de academisering van de opleidingen een kentering plaats. Aandacht voor onderzoek en het idee achter een sieraad werd belangrijker gevonden dan de fysieke verschijning ervan. Docent Wieke Aerts (KASK) vermoedt dat er in de nabije toekomst meer belangstelling komt voor het ambacht, techniek en "traagheid". Ook wordt verwacht dat de rol van sieradengaleries verder zal afnemen nu kunstenaars zich eenvoudig zelf online kunnen presenteren.

Geen hoed op tijdens het afwassen


In gesprek met de vier docenten komt ook de functie van het sieraad aan de orde. Moet het draagbaar zijn, bijvoorbeeld? En wat is draagbaar? Wieke Aerts stelt het fraai: Je zet toch ook geen hoed op als je de afwas gaat doen? Eigentijdse sieraden vormen een niche op het gebied van toegepaste kunst, een niche die zich maar niet weet te emanciperen. Hoe dat kan? Docent Emma Gregory (KASK) stelt dat de scheiding in de waardering van beeldende en toegepaste kunsten een gevolg is van de Industriële Revolutie.

opgespeld
Dries Van Noten, broche van kristal, messing en hars, 2020. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Sieraad als zelfstandig kunstwerk


Alle docenten met wie Regout in gesprek gaat zijn het erover eens dat het sieraad een op zichzelf staande kunstvorm is, waarbij het sieraad een meerwaarde krijgt als het wordt gedragen. Maar hoe wordt die meerwaarde gedefinieerd? En hoe verhoudt dat idee zich tot de collectie van Schrijvers?

In de tekst over de Antwerpse academies gaat het onder meer over andere materialen die in sieraden worden gebruikt dan de traditionele edele metalen in combinatie met edelstenen. Dat vormt een contrast met de collectie Schrijvers, die bestaat uit sieraden van vooral traditionele materialen.

opgespeld
Peter Vermandere, Tintinnabalum 'Horny She-Devil', draagteken van tin, 2013. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Portret van de verzamelaar


Het derde hoofdstuk begint met een fotografisch portret van de verzamelaar Dirk Schrijvers in blauw overhemd achter witte bloemen. Dan volgt een tekst over Schrijvers' jeugd, studie en medische carrière. In de stand van Galerie Ra op de KunstRAI in 1991 werd Schrijvers getroffen door sieraden van Gijs Bakker. Terug in Antwerpen (België) besloot hij zich in eigentijdse Antwerpse sieraadontwerpers te gaan verdiepen. Zijn collectie bestaat dan ook vooral uit sieraden van mensen die aan Sint Lucas of de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten hebben gestudeerd.

Een van de eerste sieraadontwerpers die Schrijvers leerde kennen was Nadine Wijnants, die in 1991 haar zaak aan de Kloosterstraat had geopend. Tot 2005 kocht Schrijvers jaarlijks verschillende dasspelden bij haar, die hij ook droeg. Van de dasspelden uit zijn collectie resteert slechts een. Hoe de rest heeft kunnen verdwijnen wordt niet uit de doeken gedaan.

opgespeld
Nadine Wijnants, Le plat pays qui est le mien, dasspeld van zilver, kralen van glas en roestvrij staal, 2001. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

In gesprek met vier kunstenaars


Regout doet in het vierde hoofdstuk verslag van gesprekken met vier van Schrijvers' favoriete kunstenaars. Dimitar Stankov vertelt over het belang van zijn land van herkomst: Bulgarije. Nogal letterlijk geeft hij een kijkje in zijn keuken. Sommige van zijn sieraden komen tot stand met behulp van maïzena (maïszetmeel). Hoe? Met een doedelzak! Het complexe proces wordt helder uit de doeken gedaan. Gesprekken met Rembrandt Jordan, Nadine Wijnants & Mark Van Grieken en Peter Vermandere volgen. Via QR-codes kan de lezer de interviews ook op video bekijken.

opgespeld
Dimitar Stankov, Bagpipes & Memories, broche van gepatineerd zilverdraad, 2013. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Catalogus kwartslag gedraaid


Om het laatste hoofdstuk over de tentoonstelling te lezen en te bekijken dient het boek een kwartslag te worden gedraaid. Dat is een beetje onhandig. Op de spreads staan soms meer dan levensgroot sieraden afgebeeld met in de bijschriften objectinformatie. Op sommige pagina's staan extra teksten over fenomenen als verzamelen, de natuur, geld, digitale technieken of costume jewellery: thema's die in de tentoonstelling worden belicht.

Experimenten en boodschappen


Over Schrijvers wordt gemeld dat hij experimentele sieraden met een boodschap verzamelt. Waaruit die experimenten en boodschappen bestaan komt niet uit de verf. De teksten tussen de afgebeelde sieraden klinken als echo's van eerdere tekstfragmenten en bevatten weinig nieuws.

In de tentoonstelling zijn niet alleen sieraden van ontwerpers uit Antwerpen (België) te zien. Ook is er werk van de Britse Lin Cheung, de Estse Ülle Kõuts en de Nederlanders Judith Bloedjes en Beppe Kessler. Van sommige kunstenaars wordt slechts een stuk gepresenteerd, van anderen, zoals Rembrandt Jordan zelfs 14, waarvan 9 broches uit de serie Moore. Het gros van de verzameling Schrijvers is vervaardigd van "edele" materialen, behalve de sieraden van onder anderen Beppe Kessler en Karen Vanmol.

opgespeld
Rembrandt Jordan, Square 2/3, broche van citrien en roodgoud, 2019. Collectie Dirk Schrijvers. Foto met dank aan DIVA©

Alfabetarium tot besluit


Handig! Nog gevolgd door een dankwoord en colofon besluit het boek met een Alfabetarium waarin bijna alle sieraden uit de tentoonstelling alfabetisch geordend op achternaam van de kunstenaar met objectbeschrijving staan afgebeeld. Opgespeld! Is al met al een interessant boek vol Antwerpse sieraden uit het nieuwste millennium.

opgespeld
Spread met Alfabetarium uit Opgespeld! door Catherine Regout. Foto met dank aan DIVA©

Tentoonstelling
2024 - Opgespeld, Hedendaagse Juwelen uit Antwerpen/Pinned, Contemporary Antwerp Jewellery, DIVA, Antwerpen (België) (25 oktober 2024 t/m 22 april 2025)

Bibliografie (selectie)
Regout, C. (2024) Opgespeld, Hedendaagse Juwelen uit Antwerpen/Pinned, Contemporary Antwerp Jewellery. Antwerpen: DIVA. ISBN 9078487267


Auteur

Esther Doornbusch / hedendaagsesieraden.nl

initiatiefnemer hedendaagsesieraden.nl en coördinator verwervingsprocedure in het Rijksmuseum


Delen


Aanvullingen